Kasterensestraat 4

Kasterensestraat 4

Rijksmonument

'Het molenhuis bij de Kasterense watermolen', zoals dit pand vroeger werd genoemd, is volgens de ingemetselde jaartalsteen op de oosthoek van het huis gebouwd in 1758. De aangebouwde dwarsdeelschuur stamt uit de achttiende eeuw, met muurwerk uit 1865. Aan de westzijde van het perceel voerde vroeger vanaf de watermolen een voetpad naar de kopgevel van de schuur. Dit deel van de huidige Kasterensestraat is in 1902 als Stationsstraat aangelegd, richting de halteplaats van het Duits Lijntje in Kasteren. De van oorsprong vrijstaande Vlaamse schuur is gesloopt om plaats te maken voor die spoorlijn. Inmiddels staat er een 'nieuwe' Vlaamse schuur die oorspronkelijk dienst deed in Sint Agatha.

Het molenhuis wordt al in 1466 in geschriften vermeld. Tot 1600 is het als leengoed in handen van Peter Crabbe en familie. Het huidige bouwwerk is in de achttiende eeuw eigendom van de prins de Hornes, heer van Boxtel en Liempde. Molenaar Jan Schepens heeft het in gebruik. Een kadastrale kaart uit 1832 geeft aan dat voorheen op het perceel ook nog een bakhuis stond. Dit bakhuis is in 1998 door de huidige eigenaar herbouwd.

Het complex ligt op ongeveer 150 meter van de plaats waar tot in de jaren zestig van de vorige eeuw twee watermolens aan de Dommel staan, midden in het halfopen Kasterense coulissenlandschap.
Langs de voorgevel van het huis staan een rij linden en een notenboom. Op de scheiding tussen woonhuis en schuur ligt een opnieuw opgemetselde waterput.

Een uit mei 1819 daterende beschrijving geeft gedetailleerde informatie over het oorspronkelijke uiterlijk van het gebouwencomplex. Opmerkelijk hierin is de aanwezigheid van kruiskozijnen. Dit zou een zeer late toepassing van de traditionele venstervorm zijn. Een andere bijzonderheid is het metselwerk met de zeldzame hoekoplossing van een kruisverband met een drieklezoor (driekwart van de hele steen) in de koppenlaag.

Rond 1930 is het huis verbouwd vanwege de inwoning van de oude molenaar. Er is onder meer een nieuwe kelder gerealiseerd, evenals een derde venster in de achtergevel en een tweede toegang in de kopgevel. In 1975 zijn alle vensterkozijnen en ramen vernieuwd. De ramen worden voorzien van een achttiende-eeuwse roedenverdeling. In 1984 zijn op de voormalige meel- en graanzolder twee appartementen gemaakt. Het uit 1959 daterende kippenhok is in 1992 vervangen door een houten werkplaats. Op het achterterrein komt een bakhuis dat dienst doet als overnachtingsplek, waarbij een heuse 'plonsplee' aan de buitenzijde nog in bedrijf is. Het complex is een halteplaats voor trekpaardentochten door Brabant.

De vrijstaande schuur die begin twintigste eeuw werd gesloopt om plaats te maken voor het Duits Lijntje is door de huidige eigenaar herbouwd in 2005, met materiaal dat afkomstig is van een soortgelijke schuur in Sint Agatha.

Bronnen:

  • Beschrijving gemeentelijk monument, 1998.