Oude Dijk 19-21

Oude Dijk 19-21

Rijksmonument

Aan het einde van de negentiende eeuw wordt deze boerderij bewoond door 'de kinderen Van der Velden'. Na het overlijden van de ouders beloven Dorus, Marie, Janske, Anna en Johanneke elkaar om vrijgezel te blijven en bij elkaar te wonen in het ouderlijk huis. Ze leven een sober leven naar oude gebruiken en tradities. Opa heet Nicolaas van der Velden, in de Liempdse volksmond 'Kloaske' genoemd, zijn zoon 'Piet van Kloaskes' en zijn vijf kleinkinderen vervolgens 'de Kleuskes'. De Kleuskes leven vanuit het verleden en gedogen het heden. Na hun overlijden is Stichting Kinderen van der Velden opgericht en krijgt de boerderij een maatschappelijke bestemming.

'Voor De Kloaskes moet de twintigste eeuw nog beginnen', zo schrijft het damesweekblad 'Libelle' op 9 augustus 1975. Het huishouden van de kinderen Van der Velden is sober en eenvoudig. Water komt uit een oude koperen pomp op het aanrecht, in een pan boven het open vuur wordt roerei met spek gebakken en de nacht wordt in een bedstee doorgebracht. Ze telen en maken bijna alles zelf en hun kleding dateert uit de jaren twintig.

Moeder sterft wanneer Dorus achttien jaar oud is en Johanneke negen jaar. Drie jaar later overlijdt ook vader. Volgens de verhalen beloven de broers en zussen elkaar om altijd samen te blijven. De kinderen worden opgevangen door tante Dora, die aan haar woonhuis aan de Oude Dijk 19-21 een stal en schuur laat bouwen, om de kinderen als boer in hun kost te laten voorzien. Na haar dood blijven de kinderen op de boerderij wonen.

Dorus (1889-1978) is als oudste zoon de spil van het gezin. Hij is een vaderfiguur en neemt als vanzelfsprekend de leiding op zich. Jongste zoon Johanneke (1898-1977) is eigenzinnig en heetgebakerd. Binnen het gezin zorgt hij als voerman voor het land, het paard en de kippen. Marie (1893-1985) beheert het huishoudgeld en zorgt ervoor dat het kerkengeld dat iedere maandag bij de Kleuskes wordt geteld in kartonnen sigarendoosjes naar de Liempdse Boerenleenbank wordt gebracht. Janske (1895-1982) is verantwoordelijk voor de moestuin en voor kleine reparaties aan het huis en de schuur. Jongste dochter Anna (1896-1982) kookt dagelijks degelijke boerenkost voor de familie.

De Kleuskes zijn dankzij hun sobere levensstijl en de AOW niet armlastig. Ze zijn vrijgevig en staan, alsof het de normaalste zaak van de wereld is, armen bij. Rond Sinterklaas gaat een van de Kleuskes vaak op pad om her en der briefjes van 25 of 50 gulden onder deuren door te schuiven. Na hun overlijden ontvangt de Liempdse parochie een flink legaat, dat gebruikt wordt om de kerk te restaureren.

De vijf Kleuskes bepalen bij testament dat hun bezittingen ten goede moeten komen aan de Liempdse samenleving. Hiervoor wordt Stichting Kinderen van der Velden opgericht. De stal van de boerderij krijgt een nieuwe bestemming als overdekte beugelbaan. In 1989 opent burgemeester Daandels op de oude hooizolder een expositieruimte, gewijd aan het leven van de Kleuskes. Dit initiatief van heemkundestichting Kèk Liemt groeit uit tot een dorpsmuseum, dat het verleden van landbouwbedrijven op de Brabantse zandgronden in beeld brengt.

Bronnen:

  • Brabantse biografieën (deel 7, Boxtel en Liempde). Redactie: P. Timmermans e.a., 2006. Pagina 142-147: 'Kinderen van der Velden (1889-1982) boeren en boerinnen', door Arnold van den Broek.